20

Juli, 2017

Tekst & foto’s:
P. Olthof

Y

Peter Olthof Tegenwoordig worden kleine luxe auto’s bijna door elk merk geleverd, maar een van de grondleggers was wel de Ypsilon van Lancia. Net als alle andere Lancia-modellen zijn ze luxueus, comfortabel en soms zelfs sportief. De geschiedenis van de kleinste auto van Lancia is erg boeiend en gaat een heel eind terug.

DE VOORLOPER, AUTOBIANCHI  A112 EN ZIJN KORTE GESCHIEDENIS

In 1885 begon Edoardo Bianchi op 20 jarige leeftijd met de bouw van fietsen, deze fietsen kregen een goede naam en verkochten zo goed, dat hij al na 3 jaar een grotere fabriek nodig had. Bianchi was de eerste Italiaanse fietsenbouwer die rubberen banden gebruikte. Een logisch vervolg was dan ook dat naast de fietsen ook motoren werden gemaakt. Ook dit was een succes, en in 1899 volgde de eerste auto, die ook een succes was. In de eerste wereld oorlog moesten er legervoertuigen gemaakt worden, en daarna begon men weer met auto’s, lichte personenauto’s. Na een redelijk succes stapte men over op auto’s die leken op Amerikaanse voertuigen, met een V8. Echter was dit een mislukking en alleen door de fietsen kon het merk overleven. Na de Tweede Wereldoorlog werden er geen auto’s meer gemaakt.
Echter in 1955 besloot men tóch weer een auto te gaan maken (om zo hun fabriek te laten bestaan), hier was alleen niet genoeg kapitaal voor, en zo werd 1/3 deel door FIAT verstrekt, 1/3 door Pirelli en 1/3 door Bianchi zelf. En zo was Autobianchi een feit.
Vanaf dag 1 waren de auto’s gebaseerd op FIAT. De Bianchina deelde veel van de FIAT 500.
In 1967 lijfde FIAT (er was kapitaal nodig, omdat de motoren van Bianchi het moeilijk hadden) de boel in, er werden tot 1996 auto’s gemaakt, toen werd de productie van de Y10 gestaakt, en nam de Lancia Ypsilon de boel over.

In 1969 lanceerde Autobianchi de A112. Deze auto kan gezien worden als een proefballon. FIAT was bezig met een opvolger voor zijn eigen model, de 850, maar deze 127 was zo anders (motor voorin bijvoorbeeld) dat men eerst de A112 lanceerde, om te kijken of die auto (en dus later de 127 ook) aan zou slaan bij het publiek. Dit deed men omdat de 850 nog erg succesvol was.
Hoewel de 127 iets groter was, deelden ze erg veel onderdelen. Gelukkig voor FIAT sloegen zowel de A112 als de 127 goed aan! Er was zelfs een snellere Abarth versie, en voor die auto werd een speciale race-cup gehouden!

Dit is het moment dat Lancia wat in beeld komt, ook dat merk was inmiddels van FIAT, en zo werd er in landen buiten Italië Autobianchi bij de Lancia dealers verkocht. In Zweden werd sinds de jaren 70 de A112 als Lancia A112 verkocht bij de SAAB-dealers.

Aangezien de A112 al in 1969 op de markt kwam, en al meerdere faceliften had gehad, werd het wel tijd voor een opvolger, de verkoopcijfers begonnen half/eind jaren 70 terug te lopen. Zelfs een luxe LX kon dat tij niet keren, de A112 liep op de laatste benen.

De geboorte van de Y10, de eerste premium kleine auto.

In 1980 verscheen de FIAT Panda, een instant hit, en de opvolger van de A112, deelde veel techniek van deze auto. En zo werd op de Autosalon van Geneve in 1985 de Autobianchi (Lancia) Y10 gepresenteerd. Een van de eerste auto’s die volledig door computers was ontworpen, en had als doelstelling om een kleine, luxe en zuinige auto te zijn. Kenmerken waren de aalgladde carrosserie, zonder uitsteeksels, de rechte achterkant die op die manier zorgde voor een goede luchtweerstand.
Officieel zou de matzwarte kofferklep gemaakt worden van gewicht besparend materiaal, maar dit bleek te duur te zijn, en werd er gekozen voor normaal plaatwerk. Omdat het zwart zo kenmerkend was voor het ontwerp, werd dat gehandhaafd.
Het onderstel was van de gefacelifte Panda (die nog niet op de markt was), met een betere en ophanging (meer comfort dus) en tevens was de Y10 de eerste auto die uitgevoerd was met de bekende FIRE-motor( Fully Injected Robot Engine). Deze was niet alleen heel zuinig, maar had ook een rustige loop. Pas nadat de Y10 op de markt was gekomen, vonden de onderdelen hun weg naar de FIAT broers.
De Y10, vernoemd naar de interne code van Lancia, was niet meteen een succes, de pers was lovend, de auto werd 2e in de auto van het jaar verkiezing, maar het publiek was niet heel enthousiast, de vormgeving die getekend was om zuinig te zijn, kon niet iedereen zijn goedkeuring krijgen. En hoewel de auto voorzien was van veel luxe, denkend aan airco, elektrisch dashboard, centrale vergrendeling en elektrische ramen voor (en achter, een unieke vondst) alcantara op het dashboard was de aanschafprijs dusdanig hoog, dat de aloude A122 nog 2 jaar in productie bleef, als goedkoper alternatief.

Goed, in aanloop van het productiemodel gingen 3 jaar aan schetsen en ontwikkeling vooraf, en pas toen kreeg het ontwerp van Tom Tjaarda het groene licht, want dit ontwerp paste het meeste bij  de filosofie achter de Y10:
“Een auto die bestemd is voor iemand die “bijzonder was en bij de elite hoorde”, een klein vlaggenschip, waar vrouwen net zo hard naar hunkerden als hun handtas, en wat net zo gewild was bij mannen als hun favoriete geur. Niet een auto voor iedereen dus.”
In de reclames werd vooral benadrukt hoe modern en vernuftig de auto is

Hoewel de auto niet meteen een hit was, kwamen er in de loop van de tijd goedkopere uitvoeringen bij, en kwam de verkoop in 1987 opgang. En viel in 1986 toch het doek voor de A112.
Zo waren er actiemodellen, zoals de Fila (in het wit en met een witte achterklep), maar ook meer exotische modellen, zoals een Turbo en zelfs een 4WD, en was er een automaat die gebruik maakte van de CVT-techniek.

In 1989 vond er een kleine facelift plaats, en in 1992 nogmaals. De neus kreeg een grille die meer in lijn stond met de andere modellen, de achterlichten werden anders, net als het dashboard.
Bij die Facelift werd de productie verplaatst, en werd niet langer gebruik gemaakt van de aloude Autobianchi-Fabriek. Hoewel Autobianchi nog niet helemaal verdween, alleen in Italië en Japan heette de auto nog zo, in 1989 werd de auto in Frankrijk omgedoopt tot Lancia.
In ons land werd de auto altijd als Lancia aangeboden, hoewel  de eerste lichting nog wel merkjes van Autobianchi had, behalve op de kofferbak, daar stond al wel Lancia.

Het facelift-model schopte het in 1992 nog tot stadauto van het jaar in België. Van de Y10 werden uiteindelijk meer dan 1,5 miljoen auto’s gebouwd. In ons land zijn er rond de 4500  tussen 1985 en 1995 verkocht.
Tegenwoordig is in ons land de Lancia Y10 (die door de pers de passende bijnaam ‘Stadsvlo’ kreeg) redelijk zeldzaam, er rijden nog ongeveer 25 rond. Hoewel er wel nog meer bestaan. Het gros van de modellen is in bezit van liefhebbers, waar sommigen (de meesten) meerdere exemplaren bezitten. Je zou het niet zeggen, maar serie 3 is het zeldzaamst, qua aantallen in vergelijking met de eerste 2 generaties. De turbo, 4wd zijn helemaal niet te vinden, hoewel er bij één liefhebber beide in de schuur staan te wachten op een restauratie. Naast die modellen is er nog 1 Fila bekend, die naar jaren gestald te zijn, weer op de weg is.
Ondanks dat de Y10 tegenwoordig een oude auto is, kan hij qua comfort nog aardig meekomen met moderne auto’s.

Het einde van Autobianchi, welkom Lancia Y

In 1996 viel het doek voor de Y10, alsook voor het merk Autobianchi.
Lancia lanceerde toen de Ypsilon.  Een model dat misschien nog kenmerkender was dan dat de Y10 dit was. De nieuwe Y, zoals hij door Lancia genoemd wordt, is gebaseerd op de FIAT Punto, dit maakte de auto een stuk ruimer, zo was hij ruim 33 centimeter groter.

Het ontwerp is in 1992 gemaakt door Encrico Fumja, en de ontwikkeling duurde ruim 2 jaar, en in januari 1996 werd de auto in Rome gepresenteerd.
Het design is wel het meest opvallend, ronde lijnen en de Y komen op elk deel van de carrosserie terug, tot in het kleinste detail, zoals de spiegels,  maar ook de grille en motorkap en uiteraard de kofferklep. En ook in het interieur, zoals de gecentreerde teller unit, en de stoelbekleding die ook op het dashboard is te vinden.
Het onderstel is van de Punto, maar had wel wat aanpassingen gekregen, zodat het nog meer op comfort was afgestemd, en ook nog dynamischer was op het gebied van rijeigenschappen.
Alle Y’s hebben centrale vergrendeling en airbag, net als elektrische ramen. En ook nu werd de bekende FIRE-motor weer gebruikt, en was er ook een sterkere 1.4.
Er waren ook uitvoeringen met airco, en er was een sportuitvoering, de Elefantino Rosso (verwijzend naar het rode olifantje uit de rally-geschiedenis), te herkennen aan de mat grijze spiegels en velgen. Ook kon je kiezen voor lederen-bekleding, die veel zeldzamer (en duurder) is dan de Alcatara. Het leer had destijds (geloof ik) een meerprijs van enkele duizenden Guldens!
Kostbaar en bijzonder was de “Kaleidos-optie” hiermee had je als klant keuze uit ruim 100 verschillende kleuren, én 8 verschillende binnenkant-stoffen. De combinaties die mogelijk waren, waren bijna ontelbaar.

In 2000 krijgt de auto een kleine update, nieuwe lampen voor en achter, iets andere bumpers en open hoofdsteunen zijn de grootste kenmerken. De Elefantino-versies (er was ook een Blue, het instapmodel), en het Kaleidos-pakket komen dan te vervallen.

Na ruim 802.000 geproduceerde modellen valt in 2003 het doek voor de Y, zijn opvolger, de Ypsilon, komt dan op de markt. De meeste aantallen zijn in Italië verkocht, maar daar buiten doet de auto het ook goed, zelfs in ons land, waar er 6416 zijn verkocht. Ter vergelijking, in 1995 zijn hier 195 Y10’s verkocht, en in 1996 1239 Y’s.

(Hoewel de Y in 2003 uit de productie is genomen, is het tegenwoordig nog altijd één van de meest geziene Lancia’s. Niet alleen in ons land zie je ze nog vaak, maar in Italië struikel je haast over alle bontgekleurde Y’s. En dat laat wel zien zien, dat ondanks velen altijd denken dat Lancia “slechte auto’s” maakt, het met de kwaliteit van deze comfortabele stadsflitser stiekem toch wel goed zit!)

De Y wordt Ypsilon

In 2003 komt dus de Ypsilon (843) op de markt. Wederom op basis van een Punto. Je kan stellen dat deze Ypsilon een doorontwikkeling is van het vorige model. Hij groeit weer wat, zowel in de lengte als in de breedte. En zo behoorde de auto tot de hoogste in zijn klasse. Hierdoor zit je hoger, wat in en uitstappen makkelijker maakt. En ook de verschuifbare achterbank zorgt voor meer ruimte. Net als de wat hoger geplaatste versnellingspook.

Om duidelijk verschil te maken met de Y, kiest Lancia ervoor om het model nu officieel Ypsilon te noemen. Het ontwerp is van Centro Stile Lancia, en mengt de Y met elementen van het nieuwste vlaggenschip van Lancia, de Thesis. Je moet denken aan een dashboard van een Y (centrale teller), de bolle lijnen, en het kofferklep idee, vermengt met een kloeke grille, en smalle achterlichten.
Het ontwerp wint in 2004 het “European Automotive Design Award“ en kreeg ook de titel „L’Automobile più Bella del Mondo“ in de klasse van de kleine auto’s.

Zoals gezegd is de auto op de tweede generatie Punto gebaseerd, maar ook nu werd het onderstel weer aangepast zodat het nog meer comfort gaf. Er waren meerder motoren, en voor het eerst bood Lancia een Diesel aan.
Geheel in stijl beschikte de Ypsilon over zaken, die in menig grotere auto niet standaard waren. Hier moet je denken aan gescheiden climate control, een audiosysteem van Bose, maar ook een panorama-dak, audiobediening op het stuur, cruise control. Leer en alcantara behoorden ook tot de opties, net als een automaat en handbak met 6 versnellingen.
Die automaat , eigenlijk semiautomatische versnellingsbak met 5 gangen, heette DFN (Dolce Far Niente, wat ‘zalig niets doen’ betekend).

Zeg je Ypsilon, dan denk je aan individualisatie, en ook nu waren er vele (leuke/opvallende kleuren) en nieuw was de two-tone optie. Het dak had dan een andere kleur als de rest van de auto.
Ook was er weer een sport uitvoering “Momo Design” genoemd.

In 2006 bestond Lancia 100 jaar, en op het Filmfestival in Venetië werd de gefacelifte Ypsilon gepresenteerd, met andere achterlichten, iets andere neus en bumpers. En het nieuwe “Blue & Me”info-center, dat zelfs SMS-jes kon voorlezen.

Deze generatie Ypsilon was wel meer op de vrouw gericht, en had actiemodellen die namen droegen als Versace, MomoDesign, Elle en Versus.
Misschien was de hogere aanschafprijs, samen met het feit dat auto toch wat meer op vrouwen gericht was, de reden dat de verkoopaantallen in ons land niet zo hoog waren, slechts 2373 exemplaren zijn verkocht, 520 exemplaren in het top jaar is toch een schril contrast met de 1460 van de Y in zijn topjaar, en ook de Y10 deed het met 692 dan beter.

Geheel in Stijl, maar dan met 5 deuren

In 2011 kwam dan de langverwachte opvolger, type 846. Omdat de productie van dat model in Polen zou plaats vinden (en de auto wederom duurder zou worden) werd de Ypsilon nog even naast zijn grotere broer gebouwd, tot de fabriek zijn poorten sloot.

Wat als eerste opvalt is dat de Ypsilon 5 deuren heeft gekregen, ook dit was een reden om de oude Ypsilon nog even door te bouwen
Maar er waren meer opvallende zaken aan dit model.

We beginnen bij het begin, het onderstel is van een FIAT 500, die verlengd is en zoals het in Y-traditie hoort, aangepast is op het gebied van comfort.  Het ontwerp lijkt sterk op dat van de Delta, mede dankzij het “zwevende dak” en de zwarte delen in de kofferklep. Naast stijlelementen van de Delta, is de auto ook losjes gebaseerd op de Ardea, die tussen 1939 en 1953 is gebouwd.
Het ontwerp was wederom gemaakt in Centro Stile Lancia, en het gebruikte ontwerp was in 2007 “klaar”.
Om de auto toch ook een beetje in lijn van zijn oudere zusjes te laten lopen, was de handgreep voor de achterste deur ietwat verstopt in de C-stijl. En had de auto zoals het hoort, een centrale teller-unit, en ook nu weer een iets hoger geplaatste versnellingspook.

Nieuw was de 0.9 Twinair turbo motor met slechts 2 cilinders, die zorgt voor een laag benzineverbruik. En ook op dat gebied had elke uitvoering van de Ypsilon een “start-stopsysteem”.
Aan luxe was ook bij deze generatie geen gebrek, cruise-control, climate-control en luxe audio-systeem, semiautomatisch parkeersysteem ‘Magic Parking en zelfs xenon-verlichting behoorde tot de mogelijkheden en je kon ook weer kiezen voor leer, alcantara en ook een panorama dak, luisterend naar de naam GranLuce, waardoor 70% van het dak open kan,  was een optie.
En ook ledverlichting achter behoorde tot de standaard.

Ook het bi-colore kleuren schema was van de partij, en er waren 16 verschillende lakkleuren om uit te kiezen. Met de verschillende binnenkanten, konden er in totaal 600 verschillende combinaties worden gemaakt, waar sommige versies zelfs over natuurzijde als deurstoffering beschikten.
Silver, Gold en Platinum waren de uitrusting vormen, en ook nu waren er verschillende actiemodellen, die op luxe, lifestyle en mode gericht zijn.

Voor het eerst in de Y/Ypsilon-geschiedenis (de Y10 is wel met een stuur rechts geleverd, tot 1992) werd de auto ook weer gemaakt met het stuur rechts, en werd ie weer verkocht in Engeland & Ierland en Japan, niet als Lancia maar als Chrsyler, en in landen als Israël en Marokko verkocht men de Ypsilon bij de FIAT dealers.

De toekomst, een zijden draad of toch niet?

Op de IAA in 2015 staat een ietwat geüpdatete Ypsilon, met andere grille en lichten, dit was zoals het lijkt de laatste update voor het model.

Want hoewel in Italië lopen de verkopen nog altijd erg goed, de auto staat daar zelfs in de top 5 qua verkoopaantallen, wil het in andere landen niet zo vlotten.
Sinds 2011 zijn er slechts 1866 verkocht in ons land.
In 2017 is de Ypsilon nog het enige model wat Lancia voert, en is het in veel landen buiten Italië al niet meer leverbaar.
Maar toch weet Alfa Romeo met het hun hele lijn, nog altijd minder auto’s te verkopen dan dat Lancia doet met alleen zijn Ypsilon.

Hoewel er vele geruchten zijn, dat FCA wil stoppen met Lancia, gaan er genoeg verhalen rond, dat ze dit juist helemaal niet willen. En ook een land als China komt regelmatig voorbij.

We leven nu in een tijd waar kleine, luxe en zuinige auto’s, die je erg goed kan personaliseren, erg hip zijn, wie had bedacht dat de trendzetter op dat gebied Lancia zou zijn, wat begonnen is met de Y10 die zijn tijd eigenlijk een beetje vooruit was, laten we hopen dat er na 32 jaar geen einde komt aan de rol van Lancia en zijn Y-tjes!

Lees verder


 

Geen Resultaten Gevonden

De pagina die u zocht kon niet gevonden worden. Probeer uw zoekopdracht te verfijnen of gebruik de bovenstaande navigatie om deze post te vinden.

Share This